Steven Aptroot: 'We zijn nooit helemaal klaar’
Fotografie door
Toin Damen

Terwijl de meeste Europese competities de ontknoping naderen, is Willem II’s hoofd scouting Steven Aptroot al met zijn hoofd bij het volgende seizoen. De vorige zomer aangestelde Aptroot struint met zijn team vooral Nederland en omliggende landen af, op zoek naar nieuwe publiekslievelingen die de harten van de Tilburgse supporters kunnen stelen. Tijd voor een update over zijn werk voor Willem II.

Steven, je bent sinds de zomer aan de slag bij Willem II. Wat trof je destijds hier aan?

‘Allereerst zijn Teun (Jacobs, red.) en ik in gesprek gegaan met de mensen die we al aan boord hadden en daarna met de mensen die we aan boord wilden houden. Door de degradatie werden we namelijk wel genoodzaakt om af te slanken en van sommige scouts afscheid te nemen. Dat was overigens niets persoonlijks, maar in de KKD hebben we meer aan scouts die de markt in Nederland en de landen eromheen kennen, dan die de internationale niet-EU-markt in kaart brengen. In Zuid-Amerika hoeven we nu niet echt niet te gaan kijken. Daar is het budget niet naar.



Daarna ben ik de database ingedoken die Willem II voor handen had. Er was veel informatie, maar lastig vindbaar. Door wat kleine aanpassingen ziet ieder rapport en nu uniform uit en is het allemaal overzichtelijker. Ik heb zelf een flinke inhaalslag moeten maken, want voor de clubs waarvoor ik voorheen werkte was ik gewend in een andere vijver te vissen. Om die reden moest ik mezelf beter wegwijs maken in bijvoorbeeld de KKD, de 3e Bundesliga, Regionalliga’s en de Belgische 2e klasse. Ik kende de spelers in die regionen niet, dus daar ben ik me toen heel veel mee bezig gaan houden.’

Hoe maak je die competities jezelf in een korte tijd eigen?

‘We hebben gelukkig goede videodatabases. In beginsel is het dus heel eenvoudig: kijken, kijken, kijken. Tweede elftallen van Bundesliga-clubs, de Nederlandse O21-competies, O18’s, eigenlijk overal waarvan je denkt dat er interessante spelers voor Willem II rondlopen die bij de club passen én haalbaar zijn. Het klinkt heel simpel, dat is het in zekere zin ook, maar er gaat wel heel veel tijd in zitten.’ 

We zijn negen maanden verder. Je hebt vast al iets kunnen opbouwen. Hoe staan we ervoor?

‘Ten eerste: we zijn nooit klaar. Het is niet zo dat scoutingswerk parallel loopt aan competities en we in de winterstop en zomer achterover kunnen leunen. Ieder voorjaar gaat de club in gesprek met spelers van wie contracten aflopen. Onder andere naar aanleiding daarvan weten we voor welke posities nieuwe spelers gezocht moeten worden. Als hoofd scouting is het mijn taak om dan de vijf scouts met wie ik werk op pad te sturen met de opdracht om voor bepaalde posities spelers in kaart te brengen. Die spelers zetten we dan op een lijst, het “schaduwteam”. In dat schaduwteam staan per positie ongeveer drie namen. Het gaat vaak om spelers die een contract hebben, maar waarbij je wel al voorwerk hebt gedaan of die speler openstaat voor een vertrek en transfer naar Willem II. Naast het schaduwteam maken we ook lijsten van transfervrije spelers. Die lijst leggen we ook naast het schaduwteam om te kijken of er overlap is tussen spelers. Daarnaast is een schaduwlijst waarop spelers staan die zeer intensief gevolgd worden, of die vanwege hun contractuele situatie nu niet haalbaar zijn.  De vierde en laatste lijst is de talentenlijst. Daarop staan jongens die op dát moment wellicht nog niet rijp genoeg zijn voor ons, maar van wie we de ontwikkeling en hun carrièrepad wel vanaf dat moment in de gaten blijven houden.’

Afbeelding
Steven Aptroot-2

Je geeft aan met vijf collega-scouts te werken. Kun je meer over dat team vertellen?

‘Iedere scout krijgt op maandag een lijstje met opdrachten. Daarop staat bijvoorbeeld in welke competitie of bij welke club we voor welke posities gaan speuren. De ene scout doet dat op basis van videobeelden, de ander gaat live wedstrijden kijken. Voordat de scouts hun weekprogramma krijgen, zorg ik ervoor dat ik bij wijze van spreken een stapje op ze voorloop. Waarom? Omdat ik ze vooraf altijd de juiste informatie wil geven over een speler waarvan ik denk: “kijk jij daar ook eens naar”. Zo’n dubbele check van een speler noemen we een cross-check. Doordat we spelers digitaal en in het echt met meerdere scouts bekijken, kunnen we een spelersdossier opbouwen. Zo’n dossier leggen we als we een speler echt maximaal bekeken en geanalyseerd hebben met een gedegen advies bij een technisch directeur of trainer neer. In zo’n dossier staan ook zaken als de blessurehistorie, interviews, social mediagedrag etc. We willen echt een zo’n volledig mogelijk beeld van een speler geven.’



Niet data, maar live- en video scouting is dus leidend?

‘Absoluut. Het oog is leidend ja. Het allerbelangrijkste is dat de scouts  per positie weten wat  de benchmark van een Willem II-speler is. De huisstijl (1433 / 14231) is daarin leidend. Data-scouting doen we ook, maar met eigen ogen een speler bekijken staat op één. Het zit zo: op basis van videomateriaal kunnen we wel een voorselectie maken. Als een meerderheid van de scouts op basis van videodata een goed beeld en gevoel bij een speler heeft, dan gaan we die speler live bekijken. Datzelfde geldt voor statistieken. We werken met programma’s die allerlei interessante data leveren, data die onze videoanalyse bevestigd, maar dan nog: we zullen en willen die prestaties eerst met het eigen oog zien voordat we eventueel de volgende stap zetten. Om die data op waarde te kunnen schatten hebben we nog iemand bij ons team gehaald. Dat is een scout die al jaren met algoritmes werkt. Ik zal aan de hand van een fictief voorbeeld uitleggen hoe dat werkt. Stel onze rechtsback Leeroy Owusu zegt de club te willen verlaten, maar we zijn eigenlijk erg tevreden over hem en zouden dan ook graag een vergelijkbare speler terug willen.

Dan geven we onze collega de opdracht om tien spelers te vinden die qua algoritme (statistieken) vergelijkbaar zijn met Leeroy. Van die tien spelers bekijken we dan eerst het beschikbare videomateriaal. Zitten daar één of hopelijk meerdere spelers bij die ons bevallen, dan stappen we de auto in om die speler in real life te gaan bekijken. Als we denken dat die speler een meerwaarde voor Willem II kan zijn, dan gaan we met de speler in gesprek over zijn ambities, over de stijl die we met Willem II voor ogen hebben en wat daarvoor per speler per positie gevraagd wordt. Dit algoritme is een achtervang om ervoor te zorgen dat we nergens een gat in onze marktkennis hebben.

Afbeelding
Steven Aptroot
Steven Aptroot

Het einde van het seizoen nadert. Kortom: de start van volgend seizoen komt er ook aan. Hoe ziet jouw werk er de komende weken uit?

‘Zoals ik mijn verhaal begon inventariseren we eerst welke spelers er zijn, welke vermoedelijk gaan en welke aanwezige talenten eventueel de stap kunnen maken. We analyseren de jongens die er zijn, trekken verschillende conclusies en stellen onszelf vragen als “Voor welke positie willen we er iets bij? Op welke positie is de spoeling te dun of niet goed genoeg?” en daarnaast is het ook zeer belangrijk: “gaan we naar de Eredivisie of blijven we in de KKD?” Dat verschil doet qua aantrekkelijkheid van je club wel iets. We merken dat door de verzorgde voetbalcultuur en door spelers als Kostas Tsimikas en Alexander Isak de deur voor Willem II altijd opengaat. Maar het verschil tussen wel of geen Eredivisie is groot. Maar toch… ongeacht het niveau, als je een goed verhaal hebt en een goed plan met een speler, dan zijn er genoeg spelers die “ja” zeggen tegen Willem II.’

 

Dit weekend is er een interlandbreak. Wat betekent dat voor jou?

‘Dan houden we de jeugdselecties graag in de gaten. Er zijn O17 en O19-kwalificaties, O18 en O20- toernooien en O21 oefeninterlands, om maar wat voorbeelden te geven. Maar in Scandinavië beginnen de competities ook stilaan weer. We zitten dus nooit stil, we zijn nooit helemaal klaar. Het blijft maar doorgaan, want iedere dag wordt er ergens wel gevoetbald. We moeten continu bezig zijn met alternatieven voor als een speler “nee” zegt of je verrast wordt doordat je complete schaduwlijst voor één positie komt te vervallen. Dan moet je kunnen teren op je knowhow van de markt. Nogmaals, we zijn nóóit klaar.’



Wanneer is je werk geslaagd?

‘Als een gescoute speler tekent, het rood-wit-blauwe shirt aantrekt en hier in dit prachtige stadion met het team wint en successen viert. De mensen hier op de banken krijgen, dat is uiteindelijk waar we dit allemaal voor doen, toch?’

Bericht delen