Column: Frenkie goes to Hollywood
Auteur
Cor Siertol
Fotografie door
Geert van Erven

Deze column gaat over Frenkie de Jong. Na afgelopen jaar is het bijna ondenkbaar om over iets of iemand anders dan Frenkie te beginnen. Sinds zijn doorbraak in Oranje is hij de nieuwe nationale troetelbeer. Het is Frenkie voor en Frenkie na. Mooi natuurlijk, vooral voor Frenkie zelf. 

Frenkie de Jong roept in Tilburg gemengde gevoelens op. Aan de ene kant voelen we trots, omdat ‘onze’ Frenkie toch maar mooi de nieuwe Cruijff is. Of de nieuwe Xavi, Iniesta of Busquets. Of alle vier tegelijk. Zelf kijkt Frenkie met genoegen terug op zijn Willem II-verleden: “Het was gewoon een hele mooie tijd in Tilburg.”

Toch schuurt het dat zo’n megatalent nooit echt in het Koning Willem II stadion is doorgebroken. Drie officiële wedstrijden staan er op zijn naam. Als invaller nota bene. Slechts 75 minuten was hij in het 't rood-wit en blauw onzer vad'ren te bewonderen. Jammer voor ons als supporters, maar achteraf is het altijd makkelijk wijzen naar de trainer die hem zo weinig speeltijd gaf. 

Nu is Frenkie de Jong de redder van de natie. De hele Europese top zit achter hem aan. Naar verluidt hangt er al een prijskaartje van tachtig miljoen om zijn nek. De op te strijken opleidingsvergoeding bedraagt zes nullen. Niet gek voor een speler die nooit een volledige wedstrijd in het eerste elftal speelde.

Het gaat hard met Frenkie. De kranten schrijven over hem, in praatprogramma’s gaat het over hem en bij de koffieautomaat op het werk is hij het gesprek van de dag. Het is een kwestie van tijd of zijn biografie ligt in de boekwinkels. Being Frenkie, over hoe het is om Frenkie de Jong te zijn in een Frenkie-gekke wereld. Vroeg of laat zal er ook wel een film komen, bij voorkeur geregisseerd door Paul Verhoeven. Frenkie goes to Hollywood.

Als dat maar goed gaat. Met al die aandacht is het zelfs voor een broodnuchtere Hollandse jongen bijna ondoenlijk om met beide benen op de grond te blijven staan. Een beetje minder mag ook wel. Laten we Frenkie de tijd gunnen, want hij heeft best nog een hoop te bewijzen.

Misschien moeten we het maar eens over Virgil van Dijk hebben. 

Bericht delen