Column: Europese primeur

Met Liverpool als winnaar van de Champions League is een einde gekomen aan een bewogen voetbalseizoen. Oud-Willem II’er Virgil van Dijk hees afgelopen zaterdag de beker omhoog waar nog altijd 'Coupe des Clubs Champions Européens'  op gegraveerd staat. Dat was ook al zo in 1956, toen de Europa Cup I, de voorloper van de Champions League, gewonnen werd door Real Madrid. Landskampioen Willem II was afwezig op dat eerste Europese kampioenenbal. 



Julius Ukrianczyk, een Poolse voetbalmakelaar, en Gabriel Hanot, sportjournalist bij l’Equipe, hadden in december 1954 in Parijs samen een idee uitgewerkt. In februari maakten zij hun plan voor een ‘Europa-beker voor clubs’ wereldkundig. Tien jaar na de tweede wereldoorlog was onderlinge samenwerking een belangrijk streven geworden in Europa. De tijd was daarom rijp om ook op voetbalgebied Europese banden te smeden. Zestien clubs uit verschillende Europese landen zouden deelnemen aan het toernooi, dat volgens een bekersysteem zou worden gespeeld. Hiervoor was een groslijst van kandidaten opgesteld. De eerste club die de uitnodiging aannam was kampioensploeg Honvéd Boedapast van het Hongaarse voetbalfenomeen Ferenc Puskás.



Maar er waren ook twijfelgevallen. Zo werd Holland Sport als Nederlandse kandidaat genoemd, een Haagse fusieclub die in Scheveningen zijn wedstrijden speelde. Nederland was net overstag gegaan om betaald voetbal te spelen. In de loop van die eerste betaalde competitie bleek echter dat Holland Sport niet de sterkste troef voor Nederland zou zijn. De strijd om het kampioenschap werd in het voorjaar van 1955 namelijk een Brabants onderonsje. Willem II, winnaar van de eerste klasse B, nam het in een kampioenscompetitie op tegen de winnaars van de eerste klasse A,C en D: NAC, PSV en EVV uit Eindhoven. Willem II werd uiteindelijk landskampioen. En dus kwam niet Holland Sport, maar de ploeg van Dr. Fadrhonc en Jan van Roessel in aanmerking voor de Europese primeur.



Amper bekomen van de festiviteiten rondom het landskampioenschap zag men in Tilburg echter af van dat avontuur. Omdat ook nummer twee, NAC, vriendelijk voor de eer bedankte, mocht nummer drie PSV aantreden tegen Rapid Wien. In Wenen werd met 6-1 verloren waardoor de 1-0 winst in Eindhoven voor PSV onvoldoende was om een ronde verder te komen. Beide Eindhovense doelpunten werden gescoord door Piet Fransen. Niet Jan van Roessel of Piet de Jong van Willem II maar Piet Fransen van PSV ging de boeken in als maker van de eerste Nederlands treffer in de Europa Cup I. Het zou nog 44 jaar duren voordat Arno Arts tegen Spartak Moskou het eerste doelpunt voor de Tricolores zou scoren in de Champions League. 

Afbeelding
Europese primeur

Bericht delen